Juridisch advies voor ondernemers en organisaties
Wij helpen u om grip te krijgen op uw juridische zaken, zodat u meer tijd en rust ervaart en focus houdt op uw core-business.

Meer informatie

Verzoek om afkoelingsperiode WHOA afgewezen

Een moeder- en dochteronderneming verkeren in zwaar weer. De twee vennootschappen vragen de rechtbank Noord-Nederland om een afkoelingsperiode in de zin van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Die wijst hun verzoek af, nu niet duidelijk is dat zo'n periode het belang van de schuldeisers dient.

De moeder- en dochteronderneming hebben een startverklaring afgegeven in de zin van de WHOA. Dit betekent dat ze een akkoord willen bereiken met hun schuldeisers over een herstructurering van hun schulden. Zes dagen na die verklaring vragen ze de rechtbank om een afkoelingsperiode van twee maanden.

Afkoelingsperiode

Tijdens zo'n afkoelingsperiode kunnen schuldeisers tijdelijk geen juridische stappen nemen, zoals beslag leggen of een faillissement aanvragen. Dit geeft een bedrijf ruimte om een akkoord met zijn schuldeisers te bereiken. Een afkoelingsperiode wordt alleen toegewezen als dat ook in het belang is van de schuldeisers. 

Belastingdienst

Beide vennootschappen hebben grote schulden. Ze zijn al een tijd bezig met het afbouwen van de bedrijfsactiviteiten. Zo is een huurovereenkomst beëindigd en is personeel ontslagen. De Belastingdienst is verreweg de grootste schuldeiser. Zij heeft recent beslag gelegd op verschillende roerende zaken en aangekondigd deze binnenkort executoriaal te gaan verkopen. 

Kostenbesparing

De vennootschappen vragen een afkoelingsperiode, zodat onder meer het beslag van de Belastingdienst wordt opgeschort en de executoriale verkoop vooralsnog niet kan doorgaan. Volgens de moeder- en dochteronderneming frustreert het beslag de verdere afbouw van de bedrijven. Het beslag is gelegd op goederen die nodig zijn om het bedrijfspand leeg te kunnen opleveren. Wanneer de vennootschappen gebruik kunnen blijven maken van deze goederen, zou dat tot een aanzienlijke kostenbesparing leiden. Verder willen ze een akkoord met schuldeisers financieren met de opbrengst van de onderhandse verkoop van de beslagen en de nog onbeslagen activa van de vennootschappen. Een afkoelingsperiode zou daarmee ook de schuldeisers dienen, omdat een akkoord zal leiden tot een opbrengst voor hen ⎼ en een faillissement niet.  

Geen meerwaarde

De rechtbank wijst het verzoek af, omdat de vennootschappen de opbrengst niet nader concretiseren. Zij hebben te weinig concrete informatie gegeven over de te genereren opbrengst buiten faillissement, waardoor een vergelijking tussen de opbrengst in faillissement en die bij een akkoord niet kan worden gemaakt. De rechtbank ziet daardoor niet in wat de meerwaarde is van een afkoelingsperiode en hoe zo'n periode de belangen van de gezamenlijke schuldeisers kan dienen, zoals wettelijk is vereist. De enkele stelling dat de opbrengst bij een akkoord buiten faillissement hoger zal zijn omdat er geen faillissementskosten gemaakt hoeven te worden, vindt de rechtbank te algemeen. 

Doorzetten

De rechtbank wijst het verzoek van het moeder- en dochterbedrijf dan ook af. Dit betekent dat de Belastingdienst de executoriale verkoop kan doorzetten en dat de vennootschappen niet zijn beschermd tegen andere maatregelen van schuldeisers.  

ECLI:NL:RBNNE:2025:673

Bron:Rechtbank Noord-Nederland| jurisprudentie| ECLI:NL:RBNNE:2025:673| 12-02-2025
Deel dit verhaal:

Vraag nu een legal scan aan van uw zaak.

Voor al uw juridische zaken.

Vraag nu een scan aan
Stuur bericht
1
Advies nodig?
Heeft u vragen over juridische zaken? Dan kunt u ons ook Whatsappen.