
Rechtsgeldige ontbinding onderhoudsovereenkomst na niet-nakoming verplichtingen door aannemer
Een gemeente laat een aannemer op basis van een overeenkomst onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan gemeentepanden. Als de aannemer belangrijke verplichtingen uit dat contract niet nakomt, gaat de gemeente over tot ontbinding ervan en die ontbinding is rechtsgeldig, concludeert de rechtbank Den Haag.
Een gemeente schakelt een aannemer in voor onderhoudswerk aan verschillende gemeentepanden. Het gaat om bouwkundige, elektrotechnische en werktuigbouwkundige werkzaamheden waarmee de gemeente volledig 'ontzorgd' moet worden. In de hiervoor gesloten overeenkomst staan strenge eisen, onder meer aan overleg en rapportage. Dit laatste is belangrijk voor de gemeente: daarmee kan zij aantonen dat voldaan wordt aan wettelijke onderhoudsverplichtingen voor de veiligheid van gebouwen en hun gebruikers.
Klachten
Vrij snel nadat de aannemer is begonnen, beklaagt de gemeente zich bij hem over zijn manier van werken. Zo controleert hij de sprinkler- en brandmeldinstallaties niet op tijd en maakt hij tegen de afspraken in geen onderhoudsrapportages. Daarnaast voert hij wettelijk verplichte keuringen niet of niet tijdig uit en geeft hij geen overzicht van de servicekosten.
Buitengerechtelijke ontbinding
De gemeente spreekt de aannemer hierop verschillende keren aan. Daarop zegt hij steeds toe dat te zullen verbeteren, maar er verandert niets. De gemeente probeert daarop de overeenkomst in gezamenlijk overleg te beëindigen. Als de aannemer er niet over wil praten, ontbindt de gemeente de overeenkomst buitengerechtelijk. De aannemer is het daar niet mee eens en eist bij de rechtbank Den Haag betaling van nog openstaande facturen.
Rechtsgeldig
De rechtbank komt tot de conclusie dat de gemeente de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden. Ten eerste omdat de aannemer de klachten van de gemeente nooit heeft weersproken. Zo geeft hij in correspondentie met de gemeente aan dat ‘de dienstverlening voor nu nog niet is waar het zou moeten zijn’. Daar komt bij dat het op basis van de overeenkomst aan hem was om aan te tonen dat hij de verplichtingen nakwam. Dat heeft hij niet gedaan. De aannemer heeft steeds alleen in het algemeen, en nooit concreet, gesteld dat hij zijn verplichtingen is nagekomen.
Coronamaatregelen
De aannemer brengt nog naar voren dat hij door de coronamaatregelen niet in staat was om de werkzaamheden volledig en op tijd uit te voeren. De rechtbank gaat hier niet in mee. De aannemer heeft onvoldoende onderbouwd welke werkzaamheden specifiek door de maatregelen zijn vertraagd. Bovendien begonnen de klachten van de gemeente al vóór de overheidsmaatregelen van kracht werden.
Rechtvaardiging
De tekortkomingen van de aannemer rechtvaardigen volgens de rechtbank dan ook de ontbinding. De overeenkomst is daardoor opgehouden te bestaan vanaf het moment dat de gemeente het contract ontbond. De gemeente hoeft alleen te betalen voor het werk dat de aannemer tot de ontbinding heeft verricht.